We kunnen wel zeggen dat het in Nederland allemaal goed is geregeld. Want, als je in Nederland een bepaalde leeftijd hebt bereikt, kan je stoppen met werken. Op zich is dat geen overbodige luxe. Wat misschien wel luxe is, is de AOW.
De AOW, de algemene ouderdomswet, verteld dat we geld krijgen wanneer we de AOW-leeftijd hebben bereikt. Het gaat om het basispensioen dat je krijgt als je in Nederland gewoond of gewerkt hebt. Degene die het uitbetaald is de Sociale Verzekeringsbank (SVB), degene die het betaalt is werkend Nederland. Dat dat laatste niet eerlijk is? Nou, ongeveer alles wordt betaald door de inwoners van Nederland zelf, van het onderhoud van wegen tot aan zorgkosten. Die discussie laten we maar even in het midden. In deze blog vertellen we je in ieder geval alles over AOW. We zullen starten met de uitbetaling van de AOW.
Uitbetaling AOW
Je zou AOW kunnen zien als een soort inkomen dat je vergaart zonder te werken. Je ontvangt het vanaf je AOW-leeftijd, tot het moment dat je overlijd. Voor een aanvullend pensioen heb je zelf al die jaren hard gewerkt. Dat is dan ook niet iets dat bij iedereen op dezelfde manier wordt berekend of vanzelfsprekend is.
Wanneer je in 2023 AOW krijgt uitbetaald, kan je uitgaan van de volgende uitbetalingsdata:
- maandag 23 januari 2023
- donderdag 23 februari 2023
- donderdag 23 maart 2023
- maandag 24 april 2023
- dinsdag 23 mei 2023
- donderdag 22 juni 2023
- maandag 24 juli 2023
- woensdag 23 augustus 2023
- donderdag 21 september 2023
- maandag 23 oktober 2023
- donderdag 23 november 2023
- woensdag 20 december 2023
Alleen het tijdsstip zal variëren tussen personen, gezien het aan je eigen bank ligt wanneer het wordt overgeboekt. Een mooie toevoeging is dat je in mei nog wat vakantiegeld krijgt, net zoals je dat bij je baan in loondienst gewend was.
De Sociale Verzekeringsbank (SVB) zal alle AOW’s faciliteren en uitbetalen. Verder zal je de bank misschien al eerder kennen van de kinderbijslag of de PGB (persoonsgebonden budget).
Hoe wordt de hoogte van de uitbetaling betaald?
Hoewel er bij de berekening van AOW wel wordt gerekend met hetzelfde uitgangspunt, zal niet iedereen dezelfde hoeveelheid aan geld ontvangen. Dit hang af van een aantal zaken. Zo is het allereerst dat je begint met de opbouw van AOW, 50 jaar vóór je AOW-leeftijd. Ligt je AOW-leeftijd op 67 jaar, dan begin je dus op je 17e met opbouwen.
Elk jaar dat je verzekerd was voor de AOW, bouw je 2% AOW op. Dat betekent dat je in Nederland woont of werkt. Maar, wanneer je dus niet al die tijd in Nederland was, kom je niet uit op die 100%. Het werkt als volgt:
Stel je voor, je woont vier jaar in het buitenland, maar besluit dan toch weer terug naar Nederland te komen. Je krijg dan 100% – 4 x 2% = 92% van je AOW.
Nu denk je wellicht: oké, mooi, dus ik krijg sowieso 92% van een vast bedrag. Nou, ja, in principe wel, maar ook dat ‘vaste’ bedrag zal variëren. Een alleenstaande heeft als maximum 70% van het dan geldende minimumloon. Ben je samen met iemand, dan zal dat liggen op 50% van het minimumloon (óók als je partner nog niet met pensioen is of überhaupt inkomen heeft). Het zou geen regel zijn als daar niet ook weer een uitzondering voor geldt. Want, als je samen met iemand bent, maar wel beide je eigen woning hebt, dan krijg je nog wel 70% van het geld.
Wie betaalt de AOW?
In principe hebben we het al kort benoemd, maar de werkenden van nu betalen de AOW premies. Dat is eenmaal hoe het Nederlandse stelsel in elkaar zit: je betaalt je hele leven voor een ander.
Aan de ene kant klinkt dat misschien een beetje cru, maar besef je wel dat straks jij ook kan genieten van deze voordelen. Het enige waar mensen over zouden kunnen vallen, is dat de niet-werkenden in Nederland ook gewoon AOW opbouwen. Je hoeft voor de opbouw van AOW namelijk niet per sé te werken in Nederland, dat je er woont is ook al genoeg.
‘Extra’ pensioen
Nu vraag je je wellicht af of 70% van het minimumloon niet wat weinig is van te leven. Sterker nog, als je samen met iemand bent lijkt het wel alsof je er voor wordt gestraft, met die summiere 50%. Het huidige bedrag voor stellen ligt op €939,24 netto, per persoon. Dat is inderdaad niet veel, maar het hoeft ook niet zo weinig te zijn, om meerdere redenen.
- Spaargeld
Je hele werkende leven heb je kunnen sparen voor ‘later’. Misschien ben je kleiner gaan wonen en kan je teren op de overwaarde van je huis, of heb je altijd geld opzij gezet. Vandaag de dag hebben de meeste 65+ wel zo’n €20.000,- spaargeld, met uitschieters tot nog veel meer. - Pensioensopbouw
Tijdens je werkende leven heb je ongetwijfeld in loondienst gewerkt. Grote kans dat je via je werkgever ook pensioen hebt opgebouwd. Dit pensioen kan je vanaf je pensioenleeftijd maandelijks laten uitbetalen. Het is daarmee een aanvulling op je AOW en je inkomsten liggen per maand een stuk hoger. - Beleggen
Ook door middel van beleggen kan je van geld meer geld maken. Maar, let op, dit is vrij risicovol en je kan je inzet makkelijk verliezen. Begin hier alleen mee, als je dit risico financieel gezien kan maken. Geld lenen kost geld. - Lijfrente
Een lijfrente is een financieel product dat mensen kunnen gebruiken om een regelmatig inkomen te ontvangen na hun pensioen. Het werkt als volgt: gedurende een bepaalde periode betaalt de persoon premies of stortingen aan een verzekeringsmaatschappij of een financiële instelling. In ruil daarvoor ontvangt hij/zij, na het bereiken van de pensioenleeftijd, periodieke uitkeringen.
Een AOW is een fijne basis om op je oude dag op te teren. Toch zullen velen werken naar een extra toevoeging daarop, in verschillende vormen.